Vergeten Verzet van Dirk Bons en zijn zoons

               Vernoemd in een Amsterdamse straat, daarna weinig genoemd

 

In de dodencellen

De inval in de Händelstraat, beschreven in Knokploegen,  leidde tot nog meer zwaar bloedvergieten.

= Het trieste gevolg van de inval was, dat de S.D. hierdoor op het spoor kwam van een wapendepot waar veertig herken­ningsplaatjes gevonden werden van de B.S. Van deze veertig mensen werden er tien gefusilleerd. =

De vrouwen zijn 28 maart na verhoor vrijgelaten. Eén van de zeven mannen werd om onduidelijke reden vrijgelaten, de andere zes belandden in de beruchte gevangenis Weteringschans.  Als gijzelaars in dodencellen. Wachtend op de fusillade, als de vijand een represaille nodig achtte. Een aanleiding was er bijna altijd, maar ook een heel klein beetje hoop op een tijdige bevrijding.

Intense zorgen over zijn vader en broer wilde de ‘ontsnapte’ omzetten in actie:

= Co Bons regelde, na de arrestatie een ontmoeting met enkele leden van een andere verzets­groep. Deze personen en de politie waren, na de ar­restatie van de gehele staf van zijn groep, zijn enige kontakten met de illegaliteit. Een drietal personen uit deze groep waren bereid hem mee te helpen om te proberen de gearresteerde staf te bevrijden. Daarna probeerde Co assistentie van de politie te krijgen voor zijn plan. De politie vertelde hem dat hij toch beter moest weten: "Als de deuren van de Weteringschans achter je dicht gaan, betekent dit je dood!" = 

Aanslag en represaille 

Een mislukte aanslag op 10 april 1945 in Zijpersluise werd de aanleiding. Een in het dek van de Helderse Brug geplaatste mijn blies weliswaar een Duitse militaire bus half op, maar  verwondde niemand. Ook het hoofddoel, de brug onbruikbaar maken, mislukte. 

         

Voor zes leden van Reintje de Vos en vier willekeurig gekozen gevangenen betekende dit het doodvonnis. Getekend door Willy Lages. Tien werd beschouwd als een verplicht aantal. Een voor Reintje de Vos onbekende zevende man uit de gevangenis Weteringschans en drie uit het gevang van Alkmaar vulden aan. 

In de vroege ochtend van 11 april reed een  open vrachtwagen met zeven man naar Alkmaar, waar het drietal werd toegevoegd, en daarna naar de brug. Passanten werden aangehouden, verplichte ooggetuigen ter afschrikking. 

= Allen moeten zij toezien, hoe de tien mannen van de vrachtwagen geschopt, getrapt en geranseld worden. Hardhandig worden ze opgesteld in een rij en gefusilleerd. In de doodse stilte die volgt op het salvo is nog het zachte gekerm te horen van enkele mannen. Een nekschot maakt een definitief einde aan hun leven. =

Met honderden anderen kregen zij een tijdelijk graf in de duinen van Overveen, veelal een vluchtig gegraven kuil. In de loop van de zomer en het najaar van 1945 werden deze lichamen opgegraven en uitgebreid geschouwd. Aan de nabestaanden werd hulp gevraagd, onder andere met het opvragen van gebitsgegevens.


Link  pdf-publicatie Monique Bons

Volgende pagina: Muurmonument